Aux confins du processus analytique
Résumé
La définition classique du processus analytique fonde celui-ci sur le fonctionnement névrotique qui s’instaure dans la situation analytique et sur l'analyse de la névrose de transfert. L'extension de l'analyse aux cas limites confronte à des fonctionnements mentaux tels qu'ils ne s'inscrivent plus dans ce schéma. Le transfert qui se développe reproduit, notamment, les avatars de la problématique narcissique du sujet dans la confrontation avec l’objet. Un processus analytique se développe néanmoins dont les caractéristiques demandent à être spécifiées selon un modèle différent de celui proposé pour les névrosés.
Samenvatting
De klassieke bepaling van het psycho-analytisch proces laat dit afhangen van het neurotisch functioneren dat optreedt in de analytische situatie en verder ook van de analyse van de overdrachtsneurose.
Uitbreiding van de analyse tot de borderline-patiënten, brengt ons in aanraking met soorten mentaal functioneren die niet meer in dit schema passen.
De overdracht die zich dan ontwikkelt, herhaalt meer bepaald de lotgevallen van de narcistische problematiek die zich afspeelt in de confrontatie met het object.
Niettemin ontwikkelt zich ook hier een analytisch proces, maar de kenmerken ervan moeten beschreven worden aan de hand van een model dat verschilt van dat van de neurotici.
Summary
The foundations of the classic definition of the psychoanalytic process are the neurotic functioning which establishes itself in the analytic situation and the analysis of the transference neurosis. The extension of analysis to borderline cases confronts us with mental functioning which can no longer be accomodated in this schema. The transference which develops reproduces among other things the vicissitudes of the subject’s narcissistic problems in confrontation with the object. An analytic process nevertheless develops, the characteristics of which must be specified according to a model different from that suggested for the neuroses.
