Abécédaire de l’empathie chez l’analyste : repérages cliniques dans la séance
Résumé
En partant de la polysémie du terme allemand « Ubertragung » qui selon J. Guillaumin ne signifie pas seulement déplacement, mais également « contagion, contamination et transmission », j’envisagerai les prolongements cliniques de la notion d’empathie.
Mon hypothèse de base est que le terme d’empathie recouvre une façon de ressentir et de porter des aspects clivés du fonctionnement du patient, c’est-à-dire les aspects les plus inconscients, inconnus et inconnaissables, ce que Guillaumin appelle « la part silencieuse et contrebandière du transfert ».
En me centrant sur la clinique, je souhaiterais montrer différentes modalités pour le thérapeute ou l’analyste d’être un récepteur pour ces aspects du fonctionnement psychique du patient destinés jusque la à être écrasés, expulsés ou convertis en expression non symbolisée (somatisations, passages à l’acte…).
Cela permet alors de contenir ces aspects, en les considérant comme représentant une part du matériel du patient, de leur permettre de se développer et de faire l’objet du travail que Widlocher définit comme co-pensée dans le travail analytique.
Les situations cliniques envisagées portent sur un travail analytique apparemment « type », un travail de consultation parent-bébé, et différentes situations de psychothérapie de patients adultes, enfants et adolescents.
Samenvatting
Vertrekkende van de polysemie van de duitse term « Ubertragung » wil ik het begrip « empathie » illustreren in de kliniek. J. Guillaumin herinnerde eraan dat deze term niet alleen verplaatsing betekent, maar eveneens « besmetting, bezoedeling en overdraaglijkheid ».
Mijn basisveronderstelling is dat de term empathie een manier aangeeft om gesplitste stukken in het psychische leven van de patiënt te voelen en mee te dragen. Het gaat om de meest onbewuste, ongekende en onkenbare stukken, welke J. Guillaumin « het stilzwijgende en ondergrondse stuk van de overdracht » noemt.
Door me te richten op de kliniek, wil ik de verschillende modaliteiten voor de therapeut/analyst aantonen die hem helpen van deze aspecten van psychisch functioneren van de patiënt te ontvangen. Aspecten die totdantoe enkel konden verpletterd, uitgestoten of vervormd worden tot niet-gesymboliseerde vormen (somatisaties, acting-out,..).
Dit laat tot deze aspecten te bemeesteren, door ze als materiaal te behandelen, en alzo de kans te geven van zich te ontwikkelen en het voorwerp van een bewerking te worden, welke Widlocher definiëert als de co-gedachte van het analytische werk.
De klinische situaties die voorgesteld worden betreffen een analytische kuursituatie, een ouder-baby consultatie en verschillende psychotherapiesituaties met volwassenen, kinderen en adolescenten.
Summary
Starting from the multiple meanings of the German term « Übertragung » which, according to J. Guillaumin, means not only displacement but also « contagion, contamination and transmission », I shall envisage the clinical extensions of the notion of empathy.
My basic hypothesis is that the term empathy concerns a way of feeling and of carrying split-off aspects of the patient's functioning, i.e. the most unconscious, unknown and unknowable aspects, which Guillaumin calls « the silent and contraband part of the transference ».
Focussing on the clinical aspect, I hope to show different ways in which the therapist or analyst receives aspects of the psychic functioning of the patient which until then were destined to be crushed, expelled or converted into non-symbolic forms of expression (psychosomatic problems, acting out…).
This then makes it possible to contain these aspects, by considering that they represent part of the patient's material, allowing them to develop and to be the object of work that Widlöcher defines as co-thinking in analytic work.
The clinical situations envisaged concern an apparently « typical » analysis, parent-baby consultation work, and different psycho-therapeutic situations with adult, child and adolescent patients.
