La destruction de l’expérience émotionnelle

Feld-Elzon, Eliane

1985-10-01

Articles papier

Résumé

Cet article a pour but d'illustrer et d'expliciter l'une des fonctions possibles de l'excitation. Il peut, en effet, être fructueux de distinguer de l'excitation maniaque, de l'excitation pulsionnelle, une forme d'excitation qui tendrait à dénaturer, voire même à annihiler, une émotion afin de lui ôter sa charge signifiante, sa fonction dans la constitution des représentations d'objets. La "culture" de l'excitation dépouille l'objet de sa valeur émotionnelle, attaque l'activité de liaison entre affects, perceptions de l'objet et du Soi. Dans cette perspective, l'excitation est bien plus que la manifestation d'un défaut de mentalisation/ contention ; elle correspond à une destruction active de l'expérience émotionnelle, du vécu objectal et de sa mise en sens par la psyché.

Samenvatting

Eén der mogelijke functies die de psychische opwinding kan vervullen, wordt in dit artikel verduidelijkt en met klinisch materiaal geillustreerd.

Het kan inderdaad vruchtbaar zijn een onderscheid te maken tussen enerzijds de manische opwinding en de excitatie te wijten aan de gewone driftaandrang en anderzijds een vorm van opwinding die er naar streeft een bepaalde emotie onbruikbaar te maken, ja zelfs te vernietigen. De bedoeling is dan haar betekenisvolle lading te ontnemen en tevens haar rol, in het tot stand komen van objectvoorstellingen, onmogelijk te maken.

Het "aankweken" van deze opwinding, ontdoet het object van zijn emotionele waarde en tast de verbindingen-leggende activiteit tussen de verschillende affecten, de objectpercepties en het Zelf aan.

In dit licht gezien, is deze opwinding meer dan alleen maar een verschijnsel van een tekort aan mentalisatie of aan beheersing. Zijn komt overeen met een actieve vernietiging van de emotionele ervaring, van de beleving met het object en van haar zingeving door de psyche.

Summary

The aim of this article is to illustrate and to make clear one of the possible functions of excitement. It could in fact be fruitful to distinguish between manic excitement and instinctual excitement, a form of excitement which may have a tendency to change the nature of, or even to annihilate, an emotion with the effect of depriving it of its significant potential, its function in foming object representations. The "cultivation" of the excitement deprives the object of its emotional value, attacks the activity of linking between affect, object-perception and the Self. From this perspective, the excitement is much more than a manifestation of a failure of mentalisation/containing ; it corresponds to an active destruction of emotional experience, of object experience and of the shaping of its meaning by the psyche.