Psychoanalyse en adolescentie

Delen op

De adolescent: een patiënt voor de psychoanalyticus?

Geruime tijd dachten psychoanalytici dat de psychoanalytische benadering niet geschikt was voor adolescenten. A priori lijkt het immers ongepast om een tiener voor te stellen op de bank te gaan liggen, laat staan een doos speelgoed aan te bieden zoals een analyticus bij een kind zou doen.

 

Jeammet P., Corcos M. (1999), Adolescence : évolution des problématiques, Paris, Dunod, coll. Références en psychiatrie

De adolescent is nu eenmaal volledig doordrongen van de intensiteit en de urgentie van zijn conflicten en iedere vorm van verwijzing naar zijn vroegere kindertijd lijkt onverdraaglijk. Dit valt des te meer op indien hij zijn relationele behoeften met zijn eerste investeringsobjecten (meestal zijn ouders) poogt te onderdrukken. Een beroep doen op iemand anders,  zeker een volwassene, is niet gemakkelijk voor hem. Men zou kunnen zeggen dat een beroep doen op een volwassene een bedreiging vormt voor zijn identiteit.

 

 Cahn R. (1998), L’adolescent dans la psychanalyse. L’aventure de la subjectivation, Paris, PUF, coll. Le fil rouge

Men moet ook rekening houden met de aanwezige tendens om tijdens deze periode conflicten te externaliseren en met de frequentie van onvoorspelbare en destructieve acting. Dit kan  problemen opleveren voor de psychoanalyticus, zowel wat betreft het therapeutisch kader als wat betreft de interventies.

L’article d’Alsteens dans la RBP de 1992 : « Le prendre au feu, je n’ai pas sous la main les références exactes ou avec le numéro de la RBP qui lui est dédié

Ondanks al deze moeilijkheden hebben psychoanalytici therapeutische modaliteiten ontwikkeld die rekening houden met de specifieke kenmerken van deze levensperiode. André Alsteens, die veel ervaring had met adolescenten, beschrijft dit zeer goed in zijn artikels.

Vooraleer  behandelingen voor adolescenten te beschrijven, is het noodzakelijk om kort en bondig de inzet voor de psychoanalyse hieromtrent aan te stippen.

De psychoanalyse over problemen in de adolescentie

De adolescent, een kind in een lichaam van een volwassene, bevindt zich in een overgangsperiode. De psychoanalyse heeft ons geleerd hoezeer de persoonlijkheid zich vormt op basis van de relaties die een individu heeft met zijn eigen lichaam vanaf het moment dat hij zich voelt bestaan los van zijn ouderlijke objecten.

Vanuit dit opzicht  verstoort de overgangsperiode van de puberteit de verhouding die een adolescent tot dan toe onderhield met zichzelf en met anderen, eerst en vooral met zijn ouders. 

De kern van alle fundamentele relationele moeilijkheden van de adolescent, naast alle richtingen die deze crisis kan uitgaan, is voornamelijk verbonden met zijn behoefte om zijn ouderfiguren radicaal te verwerpen vanuit de heropleving van onbewuste fantasmen van incest en moord. En een tegenbeweging van hieruit om op zichzelf te kunnen bestaan.

Deze psychische bewegingen brengen paradoxaal genoeg bij de adolescent vaak een diepe narcistische kwetsuur teweeg omdat hij het bekritiseren  van zijn ouders ziet  als  bewijs voor zijn persoonlijke niet-waarde. Deze narcistische kwetsuur kan vergroot worden door de moeilijkheden die de adolescent ondervindt in het zich toe-eigenen van zijn nieuwe  puberaal lichaam en zijn nieuwe gedragingen. Deze moeilijkheden kunnen ervoor zorgen dat hij zichzelf als seksueel wezen verwerpt of net omgekeerd,  gaat  handelen op een vaak impulsieve, hyper-geacteerde en zichzelf bevredigende seksuele wijze.

De meest kwetsbaren doorstaan deze beproevingen niet  zonder een diepe bezorgdheid te ervaren omtrent de interne samenhang van zichzelf als persoon. Dit kan zich uiten in de vorm van meer of minder ernstige symptomatologie.

Meer erover weten?

De psychoanalytische behandelingen in de adolescentie

André Alsteens, 1998, L’interprétation dans la rencontre avec l’adolescent, Revue Belge de Psychanalyse, n°35

De psychoanalytische behandelingen voor adolescenten bestaan in verschillende vormen. We stellen ze hier enigszins schematisch voor.

Eerst en vooral is het  belangrijk om weten dat elk therapeutisch project in de adolescentie tevens een evaluatie van een algemeen functioneren inhoudt. 

Parfois, lorsque la souffrance de l’adolescent apparaît comme liée à une dynamique familiale pathogène, des entretiens de famille pourront conduire à une indication de thérapie familiale psychanalytique, parallèle au traitement individuel.

Deze evaluatie houdt doorgaans een aantal gesprekken in met de ouders en met de familie. We denken hierbij aan interventies in het familiaal milieu, een schoolse heroriëntatie en  het inschakelen van verschillende hulpbronnen met een pedagogische inslag.

Bij moeilijkere casussen dient een samenwerking overwogen te worden tussen de psychoanalytisch psychotherapeut van de adolescent en een collega psychiater of pedopsychiater voor de opvolging van eventuele medicatie of een gespecialiseerde opname zoals een hospitalisatie of  dagtherapie.

Soms lijkt het lijden van de adolescent verband te houden met een pathogene familiale dynamiek, en kunnen verkennende gesprekken met de familie leiden tot een indicatie voor psychoanalytische familietherapie die parallel loopt met een individuele therapie.

Bij de voornaamste ambulante dispositieven  vinden we volgende behandelingen terug: therapeutische consultaties, psychoanalytische psychotherapie, psychoanalyse en psychodrama (individueel en in groep).

Kestemberg E. (1999), L’adolescence à vif, Paris, PUF, coll. Le fil rouge

Therapeutische consultaties

Meestal komt een adolescent niet alleen op consultatie, maar samen met een derde. Deze consultaties – hetzij eenmalig, hetzij gevolgd door meerdere consultaties op verzoek – kunnen in het beste geval toch een aanzienlijke therapeutische waarde hebben door het ‘identificerend karakter’ van deze ontmoetingen en zo een gestagneerd ontwikkelingsproces terug op gang brengen.

Hirsch D ( 2009), Constructions et interprétations à l’adolescence : du futur antérieur au passé re-composé, revue Adolescence, 20009/4, n°70

Psychoanalytische psychotherapie

Deze therapie kan aangeboden worden indien therapeutische consultaties niet voldoende zijn. De therapeutische sessies vinden op regelmatige basis plaats, meestal à ratio van 1 of 2 maal per week. De psychotherapie verschilt van een psychoanalyse omdat zij veeleer een herstructurering en reorganisatie van psychische conflicten beoogt. Het doel is het herstel van een adolescentair proces dat tijdelijk gestremd is. De overdrachten met de adolescent zijn inderdaad niet enkel regressief en infantiel, maar ook progressief en puberaal.

De sterkere identiteitsvorming en de grotere psychische flexibiliteit, verkregen door een goede bewerking van de defensiemechanismen van de adolescent en van zijn omgaan met falen of mislukkingen, kunnen de adolescent in staat stellen verder te evolueren zonder dat een langdurige confrontatie met zijn onbewuste mechanismen en conflicten nodig is.

De psychoanalyse

Deze wordt zelden geïndiceerd tijdens de adolescentie omwille van de frequentie van de zittingen, doorgaans drie keer per week, en de langdurige behandeltijd. Zij is voorbehouden aan adolescenten met een ernstige problematiek die in staat zijn een zekere afstand te nemen ten aanzien van hun moeilijkheden.  In hun zoektocht naar zichzelf beter  leren kennen en begrijpen, kunnen zij het belang van de psychoanalyse ervaren waardoor  hun angsten verminderen.

Het belang van psychoanalytisch psychodrama – zowel in groep als individueel – dient hier ook vermeld te worden. Deze vorm van psychoanalytische psychotherapie, die een beroep doet op het lichaam en het handelen, is specifiek geïndiceerd voor de verwarde of geremde  adolescent voor wie een individueel contact met een volwassen analyticus te moeilijk is en die niet over voldoende symboliseringsmogelijkheden beschikt om baat te hebben bij een benadering die enkel verbaal is.

Het doel van een psychoanalytische behandeling van de adolescent, ongeacht vanuit welk dispositief, is fundamenteel gericht op het herwaarderen van zijn persoon, samen met zijn libidinale driften die hij tracht te verdringen en het aanvaarden van zijn autonomie.