De analytische kuur

Delen op

We horen vaak patiënten na een eerste onderhoud zeggen dat ze zich voor de eerste keer op deze manier beluisterd wisten. Alsof ze intuïtief het specifieke van het analytisch beluisteren aangevoeld hebben.

De beste definitie die men kan geven aan de psychoanalyse is samen te vatten in drie punten, zoals Freud reeds formuleerde: de psychoanalyse onderzoekt psychische processen die anderszins met moeite toegankelijk zouden zijn, het is ook een behandelmethode van psychische problemen en het is een theorie, een geheel van psychologische concepten die fenomenen die in de kuur verschijnen, beschrijft en een beschrijving van de parameters van het mentaal functioneren toelaat.

Personen die een analyticus consulteren hebben vaak een groot lijden, wat zich kan uiten in algemene malaise of in beschamende symptomen die hun leven of persoonlijke ontplooiing hinderen. Vaak hebben ze reeds een andere, zogenaamd snellere of minder beangstigende therapeutische benadering geprobeerd. De psychoanalyse blijft angst inboezemen omdat ze dicht bij de irrationeel getinte zones van het psychisme komt, wat Freud het Onbewuste noemde, en bij de infantiele psycho-seksualiteit van elkeen.

De psychoanalyse is een “kuur van het woord”. Ze wordt gekenmerkt door twee, zogenaamd “fundamentele” regels die op hun beurt de ontplooiing van een analytisch proces bevorderen. De eerste regel aan de kant van de patiënt is die van de “vrije associatie”. Ze heeft als tegenhanger aan de kant van de analyticus de zogenaamde regel van de “gelijkzwevende aandacht en de welwillende neutraliteit”. Zowel de ene als de andere hebben tot doel de ontwikkeling van de gedachtegang te bevorderen, zelfs als de gedachten beschamend of eigenaardig lijken. Terwijl de analyticus de gedachten die opduiken uit de geest van de patiënt beluistert, onthoudt hij zich van het geven van goede raad of advies of van het bevorderen van een theorie of van zijn eigen overtuigingen. In de sessies kunnen de psychische en emotionele belevingen, die gestuurd worden vanuit het driftleven van de patiënt, vaak hevig zijn. Daarom moet men kunnen terugvallen op afspraken die, door hun vasthoudendheid en permanentie, de stabiliteit en stevigheid verzekeren die nodig is voor het verloop van de kuur: dit is het analytisch kader.

Het analytisch kader wordt duidelijk vastgelegd tijdens de eerste gesprekken: het aantal sessies per week (3 of 4), de duur en kostprijs ervan, de betaling van gemiste sessies en de momenten van onderbreking. Het behoud van het kader is essentieel voor een goede verderzetting van de behandeling. Het aantal sessies lijkt misschien veel, maar men moet het bekijken in termen van de veiligheid van de patiënt: als deze op een pijnlijk en beangstigend punt komt, zal hij zich beter ondersteund voelen en zich vrijer voelen om het onderwerp aan te snijden als hij niet te lang alleen in deze toestand moet blijven.

Waarom een divan? Een liggende positie bevordert het in zichzelf keren en stimuleert de vrije ontwikkeling van associaties. Het roept een psychische toestand op die lijkt op die van de dromer, waar fantasieën, herinneringen en emoties kunnen ontstaan en gezegd worden met een minimum aan belemmeringen. Maar er zijn altijd andere methodes mogelijk.

De tijd en de duur van een analyse? Deze kan niet op voorhand vastgelegd worden. Geen enkele kuur lijkt op een andere. Het doel is de analysant te helpen een grotere innerlijke vrijheid te veroveren en om meer zichzelf te worden. Terwijl het proces zich afspeelt, “gaat het zijn eigen weg”, om het met de woorden van Freud te zeggen. Het wordt ondersteund door de interpretaties en interventies van de analyticus. De interpretaties worden niet als een te ontcijferen code gegeven, noch als waarheden geformuleerd. Maar ze worden besproken als hypotheses, komende vanuit de overdracht-tegenoverdrachtsrelatie, als mogelijke openingen in de zoektocht naar een innerlijke ontdekking. De analyticus heeft de ethische taak om de autonomie van zijn patiënt te respecteren en om de absolute bewaker van het geheim te zijn.

Cardinal M. (1975), Les mots pour le dire, Grasset et La cure de parole (2007), Revue française de psychanalyse, Volume 71

Bibliografie

Lecoq A. (2012), Peur de penser, peur d’associer, Revue Belge de Psychanalyse, N° 60.