Le Psychanalyste et le Poète
Articles papier Revue Belge de Psychanalyse
Résumé
Y-a-t-il un invariant entre interprétation du Psychanalyste et vers du Poète alors que leur style, leur objet et leur contenu ne laissent augurer qu’une exclusion réciproque? Cette question s’est posée à l’auteur à partir d’une citation de Keats reprise par Bion, réunis dans une corrélation fondatrice de vacuité ignorante. L’auteur en suivra les développements, mettant en parallèle la conceptualisation de l’interprétation du changement catastrophique décrit par Bion avec la figuration et l’incarnation du vers du poème Hypérion de Keats qui dépeint trois modalités d’effondrement. Il en viendra à concevoir l’exclusion réciproque de l’interprétation et du vers comme formes de leur fonction d’intelligible ou de sensible, mais où l’unité de fonds de la vie psychique exige la langue métissée de l’interprétation et la langue bigarrée du vers.
De psychoanalyticus en de dichter
Is er een invariant tussen de duiding van de psychoanalyticus en de poëtische creatie, wanneer hun stijl, hun object en hun inhoud elkaar wederzijds uitsluiten?De auteur zal dit verder uitwerken. Wat is de funderende correlatie met de leegte van het niet-weten zoals door Keats voorgesteld en door Bion overgenomen? Er wordt door de auteur gewezen op de parallel tussen de interpretatie van een catastrofale verandering (Bion), en de uitbeelding of belichaming van een door Bion overgenomen citaat uit Keats’ gedicht Hyperion, waarin drie modaliteiten van instorting worden voorgesteld. De interpretatie en het vers zijn vormen van begrijpen of aanvoelen die elkaar wederzijds uitsluiten. De wezenlijke eenheid van het psychische leven vereist de gemengde taal van de interpreta- tie en de bonte taal van het vers.
Summary
Is there an invariant between the psychoanalyst’s interpretation and the poet’s verse when their style, their object and their content seem to only allow a reciprocal exclusion? The author raises this question from a quotation of Keats taken up by Bion gathered in a founding correla- tion of ignorant vacuity. The author will follow the developments, putting in parallel the conceptualization of the interpretation of the catastrophic change described by Bion with the figuration and the embodyment of the verse of Keat’s poem Hyperion which depicts of three modalities of breakdown. He proposes to conceive the reciprocal exclusion of the interpretation and the verse as forms of their function of intelligible or sensible, but in a way where the unity of psychic life’s background requires the mixed language of the interpretation and the variegated language of the verse.
